Vroeger was er ook klimaatverandering, waarom is het nu anders?

Klimaatweetje

Het klimaat verandert door de mens. Daarover zijn wetenschappers het eens. Maar vroeger veranderde het klimaat ook, terwijl er niet eens mensen rondliepen op de aarde. Het is misschien wel de meest gestelde klimaatvraag van de laatste jaren. De moeder aller klimaatvragen, en daarom beantwoorden wij hem op deze plek.

 
 

'Er zit kern van waarheid in'

Klimaatspecialist Bart Verheggen boog zich al vaak over deze vraag, en begrijpt ook heel goed waarom hij wordt gesteld. “Omdat er ook een kern van waarheid in zit”, zegt hij. “Het klopt dat er vroeger ook klimaatverandering was zonder de mens. Dat is alleen geen argument om te zeggen dat dat nu dus ook niet zo is.”

Verheggen geeft een voorbeeld: bosbranden. Die komen van nature vaak voor, ook vroeger zonder dat er mensen bestonden. “Maar als er nu iemand een bosbrand sticht en wordt gepakt, kan die zich niet verweren met het argument dat er vroeger ook bosbranden waren en hij het dus niet kan hebben gedaan.”

 
 

CO2 is van alle tijden

Dat geeft misschien al iets van uitleg, maar voor het echte antwoord moeten we kijken naar het ontstaan van klimaatverandering. En dat antwoord zit in de hoeveelheid CO2 in onze atmosfeer. Vraagsteller Gert stelt dat er vroeger namelijk geen sprake was van CO2-uitstoot. Maar dat is niet zo. De klimaatveranderingen van vroeger hadden vaak alles te maken met CO2-uitstoot, maar dan door natuurlijk processen.

Wij mensen zorgen voor CO2 door bijvoorbeeld het verbranden van fossiele brandstoffen, maar de natuur zorgt zelf ook voor de afgifte (en opname) van het broeikasgas. Planten bijvoorbeeld nemen CO2 op, om het daarna bij het vallen van de bladeren weer uit te stoten.

 
 

Het dynamisch evenwicht is verstoord

En ook tussen oceaan en atmosfeer vindt uitwisseling van CO2 plaats. CO2 lost op in water, en vervolgens vormt zich koolzuur. Verheggen: “Er zit ongeveer 50 keer zoveel CO2 in de oceaan als in de atmosfeer; voor het grootste gedeelte is dat in verschillende vormen van koolzuur.”

Meestal wordt er ongeveer net zoveel CO2 uit de atmosfeer gehaald als dat er weer uitgestoten wordt. In dat geval, is er sprake van een zogenoemd dynamisch evenwicht.

En ook vroeger veranderde er weleens iets in dit evenwicht. Denk aan de ijstijden, toen de CO2-concentratie in de atmosfeer een stuk lager was dan in de tussenliggende perioden, die we interglacialen noemen. Maar hoe kwam dat dan? Klimaatspecialist Verheggen: “Dat komt door heel subtiele veranderingen in de stand van de aarde ten op zichte van de zon. Daardoor wordt de verdeling van het zonlicht over de aarde een klein beetje anders en dat kan ijsgroei of juist het smelten van ijs veroorzaken.”
 

Veel CO2 in de lucht

Bij de overgang van een ijstijd naar een interglaciaal wordt het water ook een beetje warmer en lost er minder CO2 in op. Er komt daardoor meer CO2 in de atmosfeer, waardoor de aarde nog verder opwarmt. Dat klinkt lastig, maar vergelijk het eens met een glas cola in de zon. Is de cola koud, dan zit er prik (koolzuur) in. Laat je het glas in de zon staan, dan gaat die prik eruit. Zo werkt het ook met een oceaan.

Andersom werkt het ook zo, als het na zo’n 10.000 jaar weer langzaam kouder wordt, dan kan er meer CO2 worden opgenomen door de oceaan. Daardoor wordt het kouder, wordt het broeikaseffect zwakker en wordt het nóg kouder.

Uiteindelijk resulteert weinig CO2 en veel ijs in een ijstijd, en dat gebeurde al vaak, zo zie je in onderstaande grafiek (de meerdere dalletjes in de grafiek zijn in de praktijk ijstijden).

 

Als je de grafiek door zou trekken, dan zou je kunnen concluderen dat er weer een ijstijd aan zou moeten komen. “Maar dat gaat door ons niet gebeuren”, stelt Verheggen. “Door het verbranden van fossiele brandstoffen en ontbossing zit er nu domweg te veel CO2 in de atmosfeer om in een ijstijd te kunnen geraken. Ook al verandert de aarde langzaam van baan en het zou afkoelen, dan gebeurt dat nu niet vanwege de hoge CO2-concentratie.”

 

IJstijden gingen ook al snel

Op dit moment zit er veel meer CO2 atmosfeer dan in de 800.000 jaar hiervoor. Nog veel langer geleden waren er wel degelijk perioden met meer CO2 in de lucht. Maar toen was het dan ook een stuk warmer dan nu. Denk bijvoorbeeld aan de periode dat T-Rex de aarde onveilig maakte, tientallen miljoenen jaren geleden.

Wat bijzonder is aan de huidige tijd is de snelheid waarmee de CO2-concentratie stijgt. Die snelheid is 100 keer zo snel als tijdens de ijstijdencyclus. “En de verandering van een ijstijd naar een interglaciaal gaat in geologisch perspectief al heel snel”, zegt Verheggen.

 

Conclusie

Het antwoord: het broeikasgas CO2 heeft altijd een grote gespeeld bij klimaatveranderingen in het verre verleden. Door de enorme uitstoot waar de mens nu voor zorgt, zorgen we ervoor het evenwicht in de atmosfeer in een hoog tempo wordt verstoord. De verbranding van fossiele brandstoffen en ontbossing (waardoor koolstof die voorheen in bomen zat als CO2 de atmosfeer in komt), zijn de grote aanjagers van de huidige klimaatverandering. En voor die twee aspecten is de mens toch echt verantwoordelijk.

 
What’s your response?
2 responses
Blij
Blij
1
Love
Love
1
Boos
Boos
0
Lol
Lol
0
Sad
Sad
0